Bellen via een spraaklabel
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving
of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels
afhankelijk bent.
Bellen
89
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt
de luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte
afstand als u het spraaklabel inspreekt.
1
Als u spraakgestuurd bellen wilt starten, houdt u in de
stand-by modus de rechterselectietoets ingedrukt.
Als u een compatibele hoofdtelefoon gebruikt met
de toets voor de hoofdtelefoon, houdt u de toets voor
de hoofdtelefoon ingedrukt als u spraakgestuurd bellen
wilt starten.
2
U hoort een korte toon en de tekst
Spreek nu
wordt
weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam
uit van de persoon zoals deze op de contactkaart is
opgeslagen.
3
Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af
voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde
apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer.
Na een time-out van 2,5 seconde wordt het nummer
gekozen.
Als de herkende contactpersoon niet juist is, kiest
u
Volgende
als u een lijst met andere overeenkomsten
wilt bekijken of
Stoppen
als u spraakgestuurd bellen
wilt annuleren.
Als onder één naam meerdere nummers zijn opgeslagen,
wordt het standaardnummer geselecteerd als dit is
ingesteld. Anders wordt het eerste beschikbare nummer
uit de volgende nummers geselecteerd:
Mobiel
,
Mobiel
(thuis)
,
Mobiel (werk)
,
Telefoon
,
Telefoon (thuis)
en
Tel. (werk)
.